Ecologisch beheer

Waarom worden er bomen gezaagd, gelierd en gelipt?

 

In 1982 heeft de provincie Noord-Holland een nota geschreven over de wijze waarop zij de landschappelijke verscheidenheid in de provincie wil bevorderen. Naar aanleiding van deze nota, en in verband met de aanvraag voor subsidie, heeft de Vakgroep Oecologie van de Vrije Universiteit Amsterdam een beschrijving gemaakt van het terrein. Het terrein werd gekarakteriseerd als een soortenarm grove dennenbos met daartussen verspreid staand ruwe berk. Een kruidlaag is slecht ontwikkeld en slechts sporadisch aanwezig. Als er niets gebeurt dan zal er een ‘palenbos’ ontstaan doordat er te weinig zonlicht direct op de bodem valt.

 

Er is gekozen voor ‘actief beheer’ van het terrein. Actief beheer kan betrekkelijk snel de biologische variatie op het terrein vergroten en daarmee ook de landschappelijke waarde en de aantrekkelijkheid voor de kampeerder. De bestaande begroeiing wordt doorbroken. Hoge, gezonde bomen worden gekapt, omgelierd of gelipt om meer licht op de bodem te krijgen. Loofbomen krijgen hierdoor de kans te groeien en er kan een kruidlaag ontstaan. Deze meer gevarieerde leefomgeving biedt plaats aan een gevarieerde flora en fauna.

 

 

Stobbetje. Een ideale leefomgeving voor zeer veel verschillende insecten.